Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Docent Nederlands Marjolijn Feddema werkt vier dagen op middelbare school ALASCA in Amsterdam en vertelt over haar beroepskeuze.

Waarom heb je voor het beroep leraar gekozen? 

Ik koos ervoor om leraar te worden na mijn stage bij een uitgeverij. Bij die stage heb ik veel geleerd, maar ik zag mezelf niet jarenlang elke dag achter een computer zitten. Toen ben ik gaan nadenken over andere carrièremogelijkheden. Ik gaf destijds ook bijles Nederlands aan scholieren en ik was leiding bij scouting waarbij ik dus ook met tieners bezig was. Op die manier ontdekte ik dat ik het heel leuk vind om met groepen tieners te werken en ze iets uit te leggen. Vervolgens ben ik informatie gaan opzoeken over de lerarenopleiding aan de UvA. Met één jaar lerarenopleiding zou ik voor de klas mogen staan. Ik ben het gaan doen en heb er nooit spijt van gehad. 

Wat is er leuk aan leraar zijn? 

Als je docent bent, dan is geen dag hetzelfde en dat komt door de leerlingen. Die weten je altijd weer te verrassen door met een grappige opmerking te komen of een goede vraag te stellen. Ik vind het heel mooi om leerlingen te begeleiden bij het verwerven van complexe vaardigheden, zoals het schrijven van een tekst op basis van een aantal bronnen. Je moet blijven proberen om leerlingen gemotiveerd te houden om iets moeilijks aan te pakken. Het is altijd heel gaaf als ze na de inspanning merken dat ze vooruit gegaan zijn. Ik houd er erg veel van om met leerlingen bezig te zijn, omdat ze de leeftijd hebben waarop ze experimenteren met wie ze zijn en ook met hun relaties met andere personen. Daar kun je ze als docent ook bij begeleiden. Daarnaast vind ik mijn vak (Nederlands) heel interessant en het is geweldig als het lukt om bij leerlingen ook belangstelling voor bijvoorbeeld poëzie op te wekken. 

Zijn er ook moeilijke momenten? 

Ik vond mijn eerste jaar voor de klas moeilijk, omdat ik toen nog niet helemaal wist wat wel en niet werkt in een klas. Bij mijn stage had ik elke paar maanden twee andere klassen, dus als je dan iets onhandigs deed dan kon je weer opnieuw beginnen in een andere klas. Maar nu was ik een heel schooljaar verantwoordelijk voor de klassen. Ik heb veel beginnersfouten gemaakt, waardoor het met één klas best wel moeizaam ging. Gelukkig kreeg ik hulp van mijn begeleider op school om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Ik heb hier vooral van geleerd dat je eerst een band moet opbouwen met de klas en dat je pas daarna echt met de klas aan de slag kunt. 

Welke tips heb je voor studenten die docent willen worden? 

Kijk of je tijdens je opleiding al met onderwijs bezig kunt gaan om te zien of het bij je past. Je kunt bijvoorbeeld een minor volgen waarmee je een tweedegraads bevoegdheid kunt halen, je kunt je aanmelden voor Pal voor de klas, waarbij je docenten op een middelbare school ondersteunt bij het lesgeven. Bij sommige Bachelors en Masters zijn er keuzeopdrachten of keuzevakken waarbij je opdrachten maakt die met het onderwijs te maken hebben. Op die manier kun je uitproberen of het onderwijs iets voor je is. Kijk ook in je netwerk of je docenten kent met wie je over lesgeven kunt praten. Tenslotte kun je altijd contact opnemen met mij. Naast mijn docentschap werk ik ook één dag voor de UvA. Ik ben bereikbaar via e-mail: m.m.feddema@uva.nl